'De inrichting leasen wordt de nieuwe trend'

Hij is verantwoordelijk voor de inrichting van het nog te bouwen 'meest duurzame kantoor van Nederland'. Maar bovenal is Melle Koot meubel- en interieurontwerper. Na de Woonbeurs in Milaan adopteerde de wereldberoemde galerie Dilmos zijn 'Make a New Collection', een Cradle to Cradle® concept. 

Ontwerper Melle Koot (35) is verbaasd welke impact zijn deelname aan de Woonbeurs in Milaan dit voorjaar had. Via de Salone kwam hij in contact met de wereldberoemde Italiaanse galerie Dilmos die z’n ‘Make a New Collection’ adopteerde waarmee hij in Italië exposeerde. De basis van deze collectie is de ‘Make a New Table’, een modulair ontwerp van multiplex elementen die met stalen bouten met elkaar zijn verbonden. Het mooie van het ontwerp is dat de tafel later kan worden omgebouwd tot bijvoorbeeld bank, boekenkast of stoel. Koot werkt als meubelmaker via het Cradle to Cradle® principe. “Ik werk veelal met materialen die al eerder werden gebruikt of hergebruikt kunnen worden. En die in de toekomst -als de meubelen afgedankt zijn- weer ergens anders voor gebruikt kunnen worden. Zo blijft het allemaal in de kringloop.”

Ook als interieurontwerper timmert Melle Koot de laatste jaren behoorlijk aan de weg. Zo is hij bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de inrichting van het Duurzaamheidscentrum in Groningen in de Openbare Bibliotheek en de foyer van het Grand Theatre in deze stad. Verder is hij bezig met het ontwerp van het ‘meest duurzame kantoor van Nederland’.

Wat maakt dit het meest duurzame kantoor van Nederland?
Melle koot: “Het basisontwerp is gebaseerd op het nieuwe werken. Dus met flexibele werkplekken. Maar ook dat meerdere bedrijven bij elkaar in hetzelfde pand zitten en gebruik maken van gezamenlijke faciliteiten. Het pand kent bijvoorbeeld vijf verschillende vergaderruimten die van tevoren gereserveerd moeten worden. Uitgangspunt bij het ontwerp is dat het niet meer mag kosten dan reguliere bouw. Tot nu toe is dat in de berekeningen gelukt. Vaak valt duurzaam bouwen duurder uit dan reguliere bouw, maar dat is helemaal niet nodig. Als je op zoek gaat naar goede alternatieven, kun je een heel eind komen. Voor de fundering maken we bijvoorbeeld gebruik van keien en voor de isolatie wordt hennep gebruikt, het meest milieuvriendelijke gewas dat er is. We zijn nu een locatie aan het zoeken binnen de gemeente Groningen. Daarna is het de bedoeling dat er ook meer van dit soort ‘gezonde’ kantoren komen, verspreid over de rest van Nederland. Bij dit project ben ik verantwoordelijk voor het zo leefbaar mogelijk inrichten van het interieur van het pand.”

Wat is er zo duurzaam aan de inrichting? 
“We zitten nog middenin de ontwikkelfase. Dus ik kan nog niet alles verklappen. Maar de bezoeker van het pand zal gelijk doorhebben dat het het meest duurzame pand van Nederland is. Een belangrijk uitgangspunt is dat we voor de inrichting met fabrikanten werken waarbij het product / de inrichting niet gekocht maar geleasd wordt. Daar gaat het steeds meer naar toe. Het idee dat producten eigendom zijn van consumenten is niet meer van deze tijd. Als consument ben je alleen geïnteresseerd in de prestatie van een product, niet in het bezitten daarvan. Voldoende licht, comfortabel zitten, mooi beeld en geluid, daar gaat het om. Voortaan gaan we consumeren op basis van de prestatie van producten. Dat wordt de nieuwe trend!”

Wat is het ‘duurzame voordeel’ van het leasen van de inrichting? 
Ik werk bijvoorbeeld samen met tapijtfabriek Desso. In de toekomst zullen klanten van Desso hun vloerbedekking niet meer kopen, maar huren. Alles gaat terug naar de fabriek voor hergebruik. Om te beginnen heeft zo’n constructie als voordeel dat een consument of bedrijf dat een product least minder startkapitaal nodig heeft. Het product zal ook goedkoper zijn omdat de grondstoffen niet worden gekocht, maar later teruggaan naar de fabriek en opnieuw gebruikt worden. In de toekomst blijft Philips ook eigenaar van de lampen die hier hangen. Je huurt dan lichturen. En datzelfde geldt voor de meubelen en het raam. Je least dan zituren en doorkijkuren. Met het steeds schaarser worden van grondstoffen, gaan we die kant op. Voor fabrikanten wordt het nu belangrijk dat ze hun producten zo maken, dat als ze straks weer terugkomen van de consument, ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Dat het geen weggooiproduct meer is. Als Cradle to Cradle design consultant huren fabrikanten mij ook in om daarin mee te denken. Er komt straks een hele nieuwe kijk op het produceren van producten.”

Maar is de consument daar ook aan toe? 
“Het afgelopen jaar heb ik op de Woonbeurs een duurzaamheidslabyrint gebouwd. Op duizend vierkante meter exposeerden allerlei fabrikanten met duurzame materialen en producten. Door de consument is dat initiatief uiterst goed ontvangen. De mensen willen steeds meer de zekerheid dat een product ‘ok’ is. Dat zie je bijvoorbeeld ook aan tv-programma’s als de Keuringsdienst van Waarde. De consument wordt steeds bewuster en wil weten of het gezond is wat hij eet. En dat geldt ook voor andere producten die we kopen. De consument pikt het straks niet meer als er producten worden verkocht waar hij ziek van wordt. Een product moet er niet alleen mooi uitzien, we willen ook in leven blijven. En dus willen we weten waar een product vandaan komt en waarvan het gemaakt is. In de meeste producten zitten wel toevoegingen die er eigenlijk niet in zouden moeten zitten. Het kan niet lang meer duren tot de consument dat niet langer pikt, en kiest voor gezonde materialen.”

Hoe wonen we over twintig jaar? 
“Er worden dan voor de inrichting veel meer gezonde materialen gebruikt. Maar ik zou het ook leuk vinden als alles clickable zou zijn. Dus dat je heel makkelijk kunt herinrichten en dat wanden verplaatsbaar zijn. Maar dat principe kun je ook doorvoeren voor de producten in huis. Goed voorbeeld is natuurlijk de eerder genoemde ‘Make A New Table’ die ik heb ontworpen. Als je die uit elkaar haalt, kun je die ombouwen tot bank of boekenkast. Een afgedankt product krijgt op die manier weer een tweede leven.”

_{publicatie: Quzine 2012}